Gary 'The Flying Scotsman' Anderson: relaxed, geniaal en nog lang niet klaar

PDC
zaterdag, 13 december 2025 om 12:30
gary anderson eurotour belgie 2023
De 54-jarige Gary Anderson begint binnenkort aan zijn 17e WK bij de PDC. De tweevoudig wereldkampioen staat bekend als de man die nauwelijks traint, leeft op koffie en juist aan het einde van het seizoen ineens levensgevaarlijk wordt. In de podcast Tops & Tales van PDC-scheidsrechter Huw Ware gaf The Flying Scotsman een opvallend open inkijkje in zijn loopbaan, twijfels en toekomstplannen.

Eerste 9 pijlen ooit: 140, 180, 140

De mythe is waar: Anderson gooide bij zijn allereerste beurten ooit direct als een wereldtopper.
“Hij zei: je moet gewoon dat rode vak raken. Ik gooide 140… en ik wist niet eens dat het goed was,” vertelt Anderson lachend over een potje in een caravanpark, waar hij eigenlijk voor het biljart kwam.
Hij werd meteen in het lokale D-team gezet. Tellen kon hij niet, geeft hij eerlijk toe: “Als ik 50 over had, gooide ik gewoon op de bull. Dat was het enige wat ik zeker wist. De jongens lieten me expres schrijven, zodat ik moest leren rekenen.”

Lakeside-nachtmerrie en darts in het meer

In 2007 en 2008 gold Anderson bij de BDO als topfavoriet, maar op Lakeside kwam het er nooit helemaal uit. De Schot blikt verrassend kritisch terug: “Ik kon niet spelen op dat podium. De crowd was fantastisch, maar ik kreeg het er gewoon niet uit. Het beste wat ik haalde was een halve finale tegen ‘little lamb chop’ Richie Davies.”
Om met de frustratie om te gaan, had hij samen met landgenoot Gary Robson een opvallend ritueel: “Elk jaar gooiden we onze darts in het meer. Ook als ik een toernooi won. Foto op de muur, naar buiten, en de darts het water in.”

Van BDO naar PDC: ‘Ik had het eerder moeten doen’

De overstap naar de PDC kwam uiteindelijk na jaren van twijfelen. “Ik wilde eigenlijk al twee, drie jaar eerder gaan, maar bij de BDO beloofden ze telkens dat alles zou veranderen. Dat gebeurde nooit. Toen heb ik gezegd: ik ga. Achteraf had ik het veel eerder moeten doen.”
Zijn eerste echte proeverij van het PDC-circuit was de Grand Slam of Darts, waar BDO- en PDC-spelers samen speelden. Anderson haalde er meermaals de halve finale en werd meteen verliefd op het toernooi: “Ik kreeg van alles naar mijn hoofd, maar ik genoot van elke minuut. Het is nog steeds mijn favoriete toernooi.”

De overstap naar het rumoerige PDC-publiek

Opvallend genoeg hielp juist het luidruchtige PDC-publiek hem van zijn zenuwen af: “Bij de BDO was het publiek superrespectvol en stil, maar ik was bloednerveus. In de PDC kreeg ik de volle laag. Hoe meer het publiek tegen me was, hoe beter ik ging gooien. Het vuurde me juist op.”
Die mentaliteitsomslag bleek de sleutel naar veel succes. Anderson groeide uit tot een van de grootste namen van de PDC, met inmiddels twee wereldtitels, twee Premier League-titels, de UK Open, de World Matchplay, de Players Championship Finals en de Champions League of Darts op zijn erelijst.

De omslag op de dubbels: van paniek naar berusting

In zijn beginjaren bij de PDC stond Anderson bekend als scoringsmachine die te veel dubbels miste. Dat herkent hij meteen: “Scoren was nooit het probleem. Maar als ik drie pijlen op een dubbel kreeg en de eerste miste, raakte ik in paniek. Miste ik alle drie, dan was het in mijn hoofd klaar. Dan gaf ik de leg eigenlijk al op.”
Wat veranderde er? Niet één magisch moment, zegt hij zelf, eerder ouder en wijzer worden: “Nu denk ik: als hij erin gaat, gaat ‘ie erin. Zo niet, dan niet. Vroeger, als ik 3-0 achterkwam in best of nine, dacht ik: ‘waarom zou ik nog moeite doen’. Nu denk ik: ik kan dit nog steeds 5-3 of 5-4 winnen.”

De klassieker tegen Phil Taylor: ‘Gewoon geen gek figuur slaan’

Het absolute hoogtepunt blijft de WK-finale van 2015 tegen Phil Taylor, die hij met 7–6 in sets won. “Je speelt tegen de beste ooit, op zijn podium. Ik dacht alleen: zorg dat je geen idioot van jezelf maakt, blijf gewoon bij.”
Bij 6–6 en een voorsprong in de laatste set koos hij zelfs voor de bull, terwijl Taylor nog mijlenver achter stond: “Ik had het toernooi lang 24 over gelaten op dubbel 12, zelfs al kon ik die nauwelijks raken. Eric Bristow zei nog: ‘Waarom blijf je die dubbel 12 laten, je kan ‘m niet eens gooien.’ Maar in mijn hoofd was het: 24 over ís dubbel 12. Punt. En in de finale ging hij er precies in.”

‘Ik wil niet dat mijn zoon darts gaat spelen’

Thuis is Anderson vooral vader. Zijn zoon Tai is inmiddels zelf gek van darts, tot lichte ergernis van pa: “Ik wil eigenlijk niet dat hij darter wordt. Eén: egoïstisch, ik ga hem niet de rest van mijn leven overal heen rijden. Twee: hij wordt toch nooit zo goed als z’n ouwe,” grapt hij.
Toch ziet hij veel talent bij zijn zoon: “Hij komt er wel aan hoor. Zijn rekenen is top, in elk geval niet van mij. Ik zeg hem altijd: jouw mates staan ‘s ochtends al op het bord, jij niet. Dat is het verschil.”

Leven in een bubbel: vissen, bomen en geen bord

De huidige Gary Anderson is een stuk rustiger dan de vurige twintiger die zijn darts in het meer smeet. “Ik hou van een rustig leven. Ik loop graag met een pet of hoodie rond zodat niemand me herkent. Het liefst ben ik op mijn vismeren, in de natuur, tussen de bomen. Dan ben ik zo gelukkig als een varken in de modder.”
Hij steekt er zelf ook de handen uit de mouwen: “Er moeten een hoop bomen om, maar ik raak geen kettingzaag meer aan voor januari. Eerst het WK spelen, dan kunnen de vingers er eventueel af,” grapt hij.

‘De motivatie komt pas op de bovenste trede van het podium’

Na corona ontdekte Anderson hoe fijn het leven zonder constante reisdruk is. De terugkeer op tour viel hem zwaar. “Mensen denken dat het een luizenleventje is, maar je mist je familie en leeft uit een koffer. Dat vreet aan je.”
Toch is het vuur nog niet uit: “Thuis denk ik vaak: waar doe ik het voor? Maar op het moment dat ik de bovenste trede van de oche opstap, is het: oké, we gaan een pot darts spelen.”
Waar andere spelers alles opofferen, kiest Anderson bewust voor balans: “Om weer helemaal bovenaan te komen moet je honderd procent geven: elke avond trainen. Op dit moment in mijn leven kan ik dat niet. Win ik, dan is dat mooi. Verlies ik, ga ik naar huis. Hoe dan ook is het een win-winsituatie.”

Advies aan de nieuwe generatie: Littler, Lawrie en co.

Over Luke Littler en de nieuwe lichting is Anderson vol lof, maar ook nuchter: “De oude garde is straks Michael Smith en Nathan Aspinall. De youngsters gaan ze het leven zuur maken. Over een jaar staat er weer iemand op die nog beter is.”
Ook over het Schotse talent Mitchell Lawrie, die al jaren met Littler speelt, is hij duidelijk: “Hij speelde al tegen Luke twee, drie jaar geleden. Deze jongen heeft alles. Mijn advies? Hou je hoofd op je schouders, word niet arrogant en blijf jezelf.”

Geen showman, maar een pure darter

Tot slot nog iets dat hem blijft storen: extreem langzaam spel en toneelstukjes op het podium. “Ik wil gewoon darts spelen. Van A naar B naar C, klaar. Slow games kunnen dodelijk zijn. Soms lijkt het meer theater dan sport, daar heb ik niks mee.”
Anderson zelf is misschien geen showman, maar blijft één van de puurste darters op het circuit: een natuurtalent dat liever vissen voert dan oefent, maar zodra het WK nadert ineens verandert in The Flying Scotsman die iedereen kan slopen.
En zoals hij zelf zegt: “Nee, ik denk nog niet aan stoppen. Ik vind het nog steeds leuk om de jongens te zien en de strijd aan te gaan op het dartbord.”

Gary Anderson op het PDC WK 2026

Later vandaag zal Gary Anderson zijn eerste wedstrijd tegen Adam Hunt spelen op het PDC WK World Championship Darts, volg alles via deze link.

Jelti

loading

Oranjebar Mariahout

Populair dartsnieuws

Mis niets van het laatste dartsnieuws

Volg ons hier:

Loading