Statistische analyse Premier League 2025: PDC-statisticus werpt een blik op de leg-voor-leg prestaties

Terwijl de BetMGM Premier League 2025 zijn beslissende fase ingaat, werpt PDC-statisticus Christopher Kempf een blik op de leg-voor-leg prestaties van de acht deelnemers. Wat blijkt? De constante factor in een wedstrijd blijkt zeldzamer dan je zou denken.

Voor Michael van Gerwen is het Premier League-seizoen van 2025 er een om snel te vergeten. De Brabander, zevenvoudig Premier League-winnaar, kende een ongekend zwak jaar. Zijn spel was wisselvallig, zijn dominantie ver te zoeken. Dat hij de play-offs niet wist te halen is pijnlijk voor een darter van zijn statuur.

Inmiddels is bekend geworden dat het huwelijk van de Nederlander is gestrand, wat mogelijk invloed heeft gehad op zijn prestaties. Privezorgen lijken hun tol te hebben geëist. Van Gerwen heeft inmiddels aangekondigd dat hij tijdelijk zijn darts opbergt om rust te nemen. Een begrijpelijke beslissing van Mighty Mike, die normaal gesproken bekend staat om zijn mentale weerbaarheid en ongekende honger naar succes. Een Premier League zonder een scherpe Van Gerwen is voor velen toch een stuk minder magisch.

Het eerste leg van een partij blijkt voor de meeste spelers het lastigst. Logisch ook: soms zitten er dagen of zelfs weken tussen twee optredens. Onder luid gejuich en felle spotlights lukt het niemand om in dat openingsleg een gemiddelde van 100 te halen. Gemiddeld komt de Premier League uit op 94,4 punten in de eerste leg, met een lichte stijging in de tweede.

Chris Dobey heeft dan wel een hoger toernooigemiddelde dan onder anderen Gerwyn Price en Michael van Gerwen, zijn zwakke starts (slechts 30% winst in eerste legs en een gemiddelde van 88 in zijn tweede) nekten hem in zijn jacht op een play-offticket.

Stephen Bunting is een specialist in beslissende legs. Vier van zijn vijf deciders won hij met een indrukwekkend gemiddelde van 110,37. Maar in wedstrijden die geen elfde leg kenden, won hij slechts drie van de zestien. Na zes legs stond hij gemiddeld 2-4 achter, en tussen leg 7 en 10 verloor hij meer dan hij won.

Rob Cross, aan de andere kant, begint juist sterk met een gemiddelde van 99,28 in de eerste zes legs. Maar daarna keldert zijn spel. In de beslissende legs verloor hij vijf van de zeven en kwam hij niet verder dan een gemiddelde van 90,61.

Luke Humphries blinkt uit in stabiliteit. Het verschil tussen zijn slechtste (5e leg) en beste leg (7e) is minder dan zeven punten. Alleen rond het midden (5e en 6e leg) verloor hij meer dan hij won.

Luke Littler vertoont iets meer schommelingen, maar gemiddeld is zijn lijn bijna vlak. Hij eindigt sterk met gemiddeldes van 106 in de 9e en 10e legs en sloot 69% van zijn wedstrijden af met een 6-3 of 6-4 overwinning.

Gerwyn Price liet twee perfecte legs noteren in zijn 7e en 9e legs, maar verloor beide partijen alsnog. Hij piekt qua gemiddelde in leg 3 en 6 en gooit in leg 6 de meeste 180’s, maar dat leverde niet genoeg op: hij won 13 van de 25 wedstrijden en bleef daarmee op het randje van play-offplaatsing.

In totaal werden er dit seizoen 24 beslissende legs gespeeld. Daarin gooiden de darters gemiddeld 100,84 punten. Michael van Gerwen en Nathan Aspinall produceerden in die legs hun meeste 180’s per leg, waarbij het voor Van Gerwen zelfs de enige leg is waarin hij boven de 100 gemiddeld uitkomt. Toch is wachten op een decider geen slimme strategie gebleken. Aspinall was in staat Van Gerwen richting uitschakeling te duwen zonder dat het tot een elfde leg hoefde te komen.

Bron: Christopher Kempf / @ochepedia