Vooruitkijken naar El Klassico: Van Gerwen en Anderson opnieuw oog in oog in Ally Pally

Michael van Gerwen en Gary Anderson schrijven vanavond een nieuw hoofdstuk in hun legendarische rivaliteit. In de vierde ronde van het WK Darts 2026 staan de Nederlander en de Schot weer tegenover elkaar in Alexandra Palace. Twee meervoudig wereldkampioenen, een beladen historie en een volgepakte Ally Pally: alle ingrediënten voor een echte El Klassico zijn aanwezig.

Kijk je naar de onderlinge cijfers, dan staat Van Gerwen er duidelijk beter op. In totaal troffen de twee elkaar 76 keer. Daarvan won de Nederlander 51 partijen, terwijl Anderson 22 zeges pakte en drie ontmoetingen onbeslist eindigden. Gemiddeld gooit Van Gerwen ruim 102 in hun onderlinge duels, Anderson net onder de 99. Het legsaldo spreekt boekdelen: over al die partijen samen heeft Van Gerwen 93 legs méér gewonnen dan zijn Schotse rivaal.

Toch voelt het duel allang niet meer als eenrichtingsverkeer. Anderson heeft in het verleden laten zien dat hij juist tegen de grootste namen kan pieken. Hij pakte al meerdere grote tv-overwinningen op Van Gerwen en weet precies hoe hij de Nederlander onder druk kan zetten. En niet gehaal onbelangrijk Van Gerwen komt en zit in een gecompliceerde periode in zijn leven, zijn vorm wisselvallig en wedstrijdritme heeft de Brabander niet veel.

De laatste jaren wisselen de twee elkaar af. In 2024 was Anderson twee keer de betere. Op de Grand Slam van Darts won hij in de groepsfase nipt met 5–4. Kort daarna volgde een veel duidelijker signaal op het EK Darts, waar de Schot Van Gerwen met 10–4 wegzette in de achtste finales.

In 2025 sloeg Van Gerwen terug. Opnieuw in de groepsfase van de Grand Slam zette hij de verhoudingen recht met een 5–2 zege, inclusief een indrukwekkend gemiddelde van boven de 108. Daarmee liet hij zien dat, zodra hij zijn topvorm raakt, hij nog altijd nauwelijks bij te benen is.

Die recente serie maakt vanavond extra interessant. Anderson heeft bewezen dat hij Van Gerwen nog steeds kan pijn doen op het grote podium, maar de meest recente onderlinge tv-partij ging weer naar de Brabander.

Op het WK Darts zelf heeft Van Gerwen een nog duidelijkere voorsprong. Vier keer stonden ze elkaar al tegenover op het grootste podium van allemaal. Drie keer ging de zege naar Van Gerwen, één keer naar Anderson.

De eerste clash op het WK vond plaats in 2013, toen Van Gerwen in de laatste 16 met 4–3 won. In 2015 sloeg Anderson terug in de halve finale met een 6–3 overwinning. Daarna was het echter weer de Nederlander die de toon zette: in de finale van 2017 triomfeerde hij met 7–3, en in de halve finale van 2019 volgde een eenzijdige 6–1 zege.

Op het wereldkampioenschap ligt het gemiddelde van Van Gerwen in hun onderlinge partijen ruim boven de 103 punten, dat van Anderson boven de 100. Dat onderstreept hoe hoog het niveau ligt als deze twee elkaar in Ally Pally treffen.

Ook dit WK laten beide spelers zien dat ze klaar zijn voor een diepe run. Van Gerwen begon het toernooi wat stroef, maar bouwde zijn vorm rustig op. In de eerste ronde won hij met 3–1 van Mitsuhiko Tatsunami. Zijn gemiddelde bleef toen nog onder de 91. In de tweede ronde zette hij een stap vooruit met een 3–1 zege op William O’Connor en een gemiddelde van iets boven de 100. In de derde ronde volgde een overtuigende 4–1 overwinning op Arno Merk, met vrijwel 100 gemiddeld.

Anderson kende een zwaardere route, maar blonk juist uit met zijn gemiddelden. In zijn openingspartij tegen Adam Hunt had hij het lastig, maar trok hij met 3–2 aan het langste eind. Daarna liet hij zijn klasse zien met een 3–1 zege op Connor Scutt, waarbij hij ruim boven de 105 gemiddeld gooide. In de derde ronde wachtte een spannende thriller tegen Jermaine Wattimena. Anderson trok die met 4–3 naar zich toe en noteerde opnieuw een gemiddelde boven de 102.

Op basis van deze cijfers lijkt Anderson qua pure scores misschien net iets beter uit de startblokken te zijn gekomen dan Van Gerwen, maar de Nederlander heeft zijn wedstrijden wel overtuigend en zonder grote stress weten te winnen.

Wat dit affiche extra aantrekkelijk maakt, is het verschil in stijl. Van Gerwen is de typische power scorer. Hij zet vanaf de eerste pijlen druk met hoge scores en een hoog tempo. Als hij in zijn ritme komt en de 180’s en 177's binnenvallen, kan hij in een paar legs een hele wedstrijd naar zich toetrekken.

Anderson is juist de man van de vloeiende worp en de ogenschijnlijk moeiteloze triples. Zijn kracht ligt in lange reeksen van 140’s en in het koelbloedig afmaken van kansen op de dubbels. Als hij zijn timing vindt, kan hij elke tegenstander, ook Van Gerwen, in de problemen brengen.

Daarom is het vaak de start van de wedstrijd die veel bepaalt. Als Van Gerwen snel wegloopt, wordt het voor Anderson lastig om nog aan te haken. Maar als de Schot in het begin meegaat in de scores en zijn eigen ritme kan opleggen, kan het uitlopen op een kraker die tot in de laatste set spannend blijft.

Voor beide spelers staat er vanavond veel meer op het spel dan alleen een plek in de kwartfinale. Van Gerwen jaagt opnieuw op de wereldtitel om zijn status als absolute nummer één van zijn generatie nog eens te onderstrepen. Anderson wil bewijzen dat hij, ondanks zijn leeftijd, nog steeds bij de wereldtop hoort en opnieuw kan meedoen om de grootste prijzen.

De winnaar blijft in de race om de Sid Waddell Trophy en een flink bedrag aan prijzengeld, de verliezer moet het toernooi verlaten na een duel dat zomaar weer in de geschiedenisboeken kan verdwijnen.

Hoe dan ook: als Michael van Gerwen en Gary Anderson tegenover elkaar staan op het WK Darts, kun je rekenen op vuurwerk.